OFF-ROAD GIDS

Met een paar goede aanwijzingen en een flinke dosis gezond verstand kan nagenoeg iedereen terreinrijden in een Jeep® 4x4. Klik op de onderwerpen in het overzicht om wat basiskennis op te doen. En hou die duimen omhoog!

WEES GOED VOORBEREID

Controleer altijd de auto voordat u het terrein in gaat. Overtuig u ervan dat de accu goed vastzit, alle slangen in goede conditie verkeren, de motorolie en andere vloeistoffen op peil zijn en de brandstoftank gevuld is. Zorg ook dat de vier banden in goede conditie verkeren en tot de juiste spanning zijn opgepompt. Ga bij voorkeur niet alleen op pad, zeker niet in onbekend terrein.

KIJK VOORUIT

Wanneer u het asfalt hebt verlaten en een situatie voorziet die om extra tractie vraagt, schakel dan op tijd de vierwielaandrijving in. Wanneer u eenmaal vastzit, is het moeilijk om dit alsnog te doen. Maak er een gewoonte van om over de motorkap te kijken, waarbij u uw blik voortdurend van links naar rechts laat gaan zodat u duidelijk kunt zien wat er op uw pad komt. Als u alleen naar het linkervoorwiel kijkt, is de kans groot dat u met het rechtervoorwiel in de problemen komt. Steek nooit uw hoofd uit de auto om te zien wat er op u afkomt (daarom heeft de Wrangler een neerklapbare voorruit). Veel ervaren terreinrijders adviseren verder om in ruw terrein uw duimen omhoog te houden, weg van de stuurwielspaken. Wanneer bijvoorbeeld een voorwiel plotseling van een boomstronk of rotsblok schiet, kan het stuurwiel een snelle draaibeweging maken en met een spaak hardhandig uw duim raken. Au! Bij auto’s met stuurbekrachtiging, zoals alle Jeep®-modellen, is de kans op onverhoedse stuurbewegingen echter tamelijk klein.

HAASTIGE SPOED IS ZELDEN GOED

Vermogen en snelheid zijn niet belangrijk bij het rijden in zwaar terrein. In de lage gearing en met ingeschakelde 4WD hoeft de motor nauwelijks sneller dan stationair te draaien om hindernissen te kunnen nemen. Bij handgeschakelde versnellingsbakken is het in veel gevallen het beste om de laagste versnelling te kiezen en het koppelingspedaal langzaam te laten opkomen om vervolgens met kruipsnelheid over obstakels te rijden. Om u een idee te geven: op de Rubicon Trail bedraagt de gemiddelde snelheid slechts 2 tot 8 kilometer per uur.

SNEEUW EN MODDER

Bij het rijden over sneeuw of modder is het over het algemeen verstandig om op 4WD over te schakelen. Wanneer u over een permanent 4WD- systeem beschikt, zoals Quadra-Trac I®, hoeft u hiervoor geen actie te ondernemen. Bij hevige sneeuwval of zware belading, maar ook wanneer extra stuurprecisie bij lage snelheden is vereist, schakelt u de transmissie in een lage versnelling en zet u de tussenbak zonodig in 4WD-LOW (Quadra-Trac I en Quadra-Trac® SRT® hebben geen lage gearing). Schakel om de gang er in te houden niet terug naar een lagere versnelling dan nodig is. Te hoge motortoerentallen kunnen wielspin veroorzaken en dat gaat ten koste van de tractie. Begint u grip te verliezen in sneeuw of modder, draai dan het stuurwiel snel heen en weer. Hierdoor krijgen de wielen vaak weer grip in onbereden terrein naast het spoor, waardoor u niet vast komt te zitten. Hebt u helemaal geen tractie meer, STOP dan. Met doorslippende wielen zal de auto zich steeds verder ingraven. Daarom is het belangrijk de gang erin te houden.

ZAND

Voor betere grip in zand verdient het aanbeveling om bij conventionele banden de normale bandenspanning met zo’n 0,7 tot 0,8 bar te verlagen. Vergeet niet om naderhand de spanning weer op de normale waarde terug te brengen. Probeer in 4WD-HIGH de gang er in te houden. Schakel in mul zand naar de lage gearing en probeer uit wat de beste versnelling is. Probeer verder bochten zo ruim mogelijk te maken. Krappe bochten remmen de auto sterk af waardoor u vast kunt komen te zitten. Ook hierbij luidt het devies: houd de gang erin!

HEUVELS

Ga bij het beklimmen van heuvels ALTIJD recht naar boven of naar beneden. Het is ook altijd slim om als het even kan te onderzoeken wat er zich aan de andere kant bevindt voordat u naar boven rijdt. Onderaan de heuvel is het zaak om vaart te maken. Neem gas terug bij het naderen van de top en voordat u aan de afdaling begint. Mocht u stilvallen tijdens de beklimming, laat de auto dan in z’n achteruit recht van de helling zakken. Gebruik bij het afdalen in een auto met handgeschakelde transmissie altijd de laagste versnelling. Daalt u in de lage gearing een heuvel af, trap dan niet het koppelingspedaal in om de auto te laten uitrollen. Dit kan ernstige schade aan de koppelingsplaat tot gevolg hebben. Gebruik de lage versnellingen en laat de auto met gecontroleerde snelheid op de motor afremmen. De remmen gebruikt u alleen om zo nu en dan uw snelheid in toom te houden. Kies bij auto’s met een automatische transmissie de lage gearing en selecteer de laagste rijmodus. N.B.: Rijd NOOIT schuin omhoog tegen een helling. Als de helling erg steil is en u twijfelt aan uw eigen capaciteiten of die van uw auto, begin er dan niet aan. Probeer niet in dwarsrichting op een helling te rijden omdat u hiermee de stabiliteit van de auto in gevaar brengt. Offroad-rijden kan heel uitdagend zijn. Onthoud echter één ding: rijd zo langzaam mogelijk. Gebruik uw gezond verstand en stel altijd de veiligheid voorop.

ROCK-CRAWLING

Voor het rijden door een terrein dat bezaaid is met grote stenen en rotsen wordt in het Engels niet voor niets het woord ‘crawling’ (kruipen) gebruikt. Kies hiervoor de lage gearing van het 4x4-systeem in combinatie met een lage versnelling en laat de auto met zo weinig mogelijk gas over grote obstakels als rotsen en boomstronken rijden. Let op dat de auto niet met de wielen los van de grond bovenop een rotsblok vast kan komen te zitten: een auto met een bodemvrijheid van 25 centimeter kan niet over een obstakel van 30 centimeter hoog rijden! Manoeuvreer de band op de top van de rots en kruip er langzaam overheen. Schrik niet als u een schrapend of schurend geluid hoort. De bodembeschermplaten en eventueel gemonteerde rockrails van uw Jeep® (afhankelijk van uitrusting en model) zullen de ergste klappen opvangen. Het verlagen van de bandenspanning met 0,2 tot 0,35 bar zorgt voor meer tractie en helpt lekke banden te voorkomen. (Vergeet niet om naderhand de spanning weer op de normale waarde terug te brengen.) Onthoud dat de ideale snelheid voor rock-crawling ca. 2 tot 5 kilometer per uur bedraagt.

ONTZIE DE OMGEVING

Laat het terrein beter achter dan u het aantrof. Let goed op de borden en begeef u niet buiten de parcoursen en gebieden die voor offroad-rijden zijn toegestaan. Gebruik uw gezond verstand om de rust en schoonheid van het gebied waar u doorheen rijdt onaangetast te laten. Laat niets achter en neem als het kan rommel die anderen hebben achtergelaten mee. Als het terrein erg kwetsbaar is, kies dan een andere route. Meer informatie over het respectvol omgaan met gebieden waar 4x4-rijden is toegestaan, vindt u op de Amerikaanse site treadlightly.org.

// START TREASURE DATA SCRIPT // END TREASURE DATA SCRIPT